Veelgestelde vragen over erfrecht

Je bent niet de eerste die vragen heeft over een erfenis of testament. Sterker nog: bij Küppers & Odekerken hebben we er in de afgelopen jaren al honderden beantwoord. De meest gestelde vragen en antwoorden hebben we hier voor je verzameld. Heb je een andere vraag of wil je meer weten over jouw eigen situatie? Neem dan vooral vrijblijvend contact met ons op.

Een codicil is een handgeschreven document van de erflater zelf. Het is in feite een simpele vorm van een testament, maar in een codicil kunnen slechts een paar zaken worden geregeld, zoals:

  • de begrafenis of crematie;
  • het legateren van kleding of sieraden;
  • het legateren van bepaalde tot de inboedel behorende zaken en of boeken, die specifiek moeten worden benoemd.

Het codicil moet aan een aantal vormvereisten voldoen. Het moet namelijk door de erflater geheel met de hand zijn geschreven, zijn gedagtekend en zijn ondertekend door de erflater. Als een codicil niet door de erflater is ondertekend of wanneer het een inhoud heeft die in strijd is met de mogelijkheden die de wet geeft, is het codicil nietig. Dat betekent dat er geen beroep op kan worden gedaan door degene die daar belang bij heeft. Het codicil is vernietigbaar wanneer het niet is gedagtekend of wanneer het niet door de erflater handgeschreven is. Dat betekent dat degene die daar belang bij heeft kan stellen dat het codicil geen werking mag hebben.

Als je van mening bent dat de executeur zijn werk niet goed doet, kun je een verzoek tot ontslag van de executeur indienen bij de kantonrechter. Dit verzoek kan worden ingediend door een mede-executeur, een erfgenaam, het Openbaar Ministerie, of ambtshalve door de rechter. Een executeur kan alleen worden ontslagen als er sprake is van gewichtige redenen. Of er sprake is van gewichtige redenen, wordt door de kantonrechter beoordeeld.

Rechters zijn over het algemeen terughoudend in het toewijzen van een verzoek tot ontslag van de executeur. Het verzoek moet goed onderbouwd worden. Een slechte verstandhouding of wantrouwen tussen de erfgenamen en de executeur is niet voldoende. De executeur moet aantoonbaar steken laten vallen, wil zo'n verzoek kans van slagen hebben.

Het beneficiair aanvaarden van een nalatenschap betekent dat de nalatenschap wordt aanvaard onder het voorrecht van een boedelbeschrijving. Dit wordt gedaan door een schriftelijke verklaring af te leggen bij de griffie van de rechtbank. Het is belangrijk dat er nog geen andere keuze is gemaakt voordat deze stap wordt gezet.

Een belangrijk voordeel van beneficiaire aanvaarding is dat als blijkt dat de nalatenschap negatief is, de erfgenamen die beneficiair hebben aanvaard alleen aansprakelijk zijn voor de schulden voor zover er baten in de boedel zitten. Schuldeisers kunnen dus niet verhalen op het eigen vermogen van de erfgenamen.

De keerzijde is dat bij beneficiaire aanvaarding de nalatenschap in principe volgens de regels van de wettelijke vereffening moet worden afgewikkeld. Wat dit precies betekent, kun je hier verder lezen.

Als je bent onterfd in de nalatenschap van een van je ouders, is het belangrijk om tijdig aanspraak te maken op je legitieme portie. De wet stelt hiervoor een strikte termijn van vijf jaar, die begint op de dag van het overlijden van je ouder. Na vijf jaar kun je geen aanspraak meer maken op de legitieme portie. Er is geen ruimte voor verzachtende omstandigheden, dus na het verstrijken van deze termijn is het echt niet meer mogelijk om een beroep te doen op de legitimaire vordering.

Het aanspraak maken op de legitieme portie is vrij eenvoudig. Het is voldoende om de overige erfgenamen te laten weten dat je een beroep doet op je legitieme portie. Het is wel verstandig om dit schriftelijk te doen, zodat je later bewijs hebt van het feit dat je hier tijdig aanspraak op hebt gemaakt. Het is aan te raden om dit per aangetekende brief en/of per e-mail te doen.

Je kunt iedere notaris vragen om een verklaring van erfrecht op te stellen. De notaris onderzoekt of de overledene een testament heeft opgesteld en wie de erfgenamen zijn volgens dat testament. Deze informatie wordt vervolgens vastgelegd in de verklaring van erfrecht.

Elke afstammeling kan in het Centraal Testamentenregister nagaan of de overledene een testament heeft achtergelaten. Dit kan echter pas nadat iemand is overleden. Inlichtingen kunnen worden opgevraagd bij het Centraal Testamentenregister met behulp van het formulier dat je hier kunt vinden. Hierbij moet een kopie van de akte van overlijden worden meegestuurd. Het Centraal Testamentenregister maakt bekend op welke datum en bij welke notaris het testament van de overledene is opgesteld.

Vervolgens kun je bij die notaris vragen om een afschrift van het testament. De notaris zal dit afschrift alleen afgeven aan belanghebbenden. Belanghebbenden zijn in ieder geval de erfgenamen. Het is aan de notaris om te beoordelen of jij als belanghebbende wordt aangemerkt en dus gerechtigd bent om inzage in het testament van de overledene te krijgen.

In de meeste testamenten wordt tegenwoordig een zogenaamde uitsluitingsclausule opgenomen. Deze clausule heeft als doel ervoor te zorgen dat de erfenis niet in de gemeenschap van goederen of onder de werking van een verrekenbeding in een akte van huwelijkse voorwaarden valt. Ouders nemen vaak een uitsluitingsclausule op om te voorkomen dat hetgeen hun zoon of dochter erft, in de gemeenschap van goederen verdwijnt die ontstaat na een huwelijk of geregistreerd partnerschap. Op deze manier komt de erfenis bij een echtscheiding niet ongewild deels bij de ex-partner van het kind terecht.

Een voorbeeld van een uitsluitingsclausule die vaak in een testament wordt opgenomen, is:

"Ik bepaal dat al hetgeen uit mijn nalatenschap wordt verkregen en hetgeen door zaaksvervanging daarvoor in de plaats komt, alsmede de vruchten daarvan, niet vallen in de gemeenschap van goederen of een gemeenschap van geregistreerd partnerschap en niet in aanmerking worden genomen bij een verrekenbeding."

Een erfgenaam hoeft, op grond van welke reden dan ook, een nalatenschap niet te aanvaarden als hij dat niet wil. Degene die de nalatenschap verwerpt, wordt geacht nooit erfgenaam te zijn geweest. De belangrijkste gevolgen van verwerping van een nalatenschap zijn dat de erfgenaam:

het recht op (zijn aandeel in) de goederen van de nalatenschap verliest;
niet aansprakelijk is voor (zijn aandeel in) de schulden van de nalatenschap;
zijn recht op de legitieme portie verliest, tenzij hij bij het afleggen van de verklaring tot verwerping ook verklaart dat hij het recht op de legitieme portie inroept.

De verklaring tot verwerping moet worden opgemaakt en bij de rechtbank worden ingediend. Daar is geen advocaat of notaris voor nodig. Het is wel raadzaam om vooraf deskundig advies in te winnen over de gevolgen van het verwerpen van een nalatenschap.

Een legaat is een testament waarin de erflater aan een of meer personen een vorderingsrecht toekent. Die vordering komt (tenzij in het testament anders is geregeld) ten laste van de gezamenlijke erfgenamen. Dat vorderingsrecht heeft betrekking op een bepaald goed of op een som geld. Diegene aan wie dat vorderingsrecht op basis van het testament toekomt hoeft niet een van de erfgenamen te zijn; dat kan ook een ander zijn. Een legaat van een geldsom wordt pas na zes maanden na het overlijden van de erflater opeisbaar. Of nog later, als dat in het testament is vastgelegd.

In de wet is geregeld dat de schulden van de nalatenschap uit het legaat pas hoeven te worden voldaan nadat alle andere schulden van de nalatenschap ten volle kunnen worden voldaan. Indien de omvang van de nalatenschap onvoldoende is om de vordering aan de legataris te kunnen voldoen, dan wordt het legaat verminderd en wel naar evenredigheid. Maar erfgenamen die de nalatenschap zuiver hebben aanvaard blijven wel gehouden om tot voldoening van het gehele legaat over te gaan. Indien het saldo van de nalatenschap tekort schiet, dan moet de vordering worden betaald uit het eigen vermogen van de erfgenamen die zuiver hebben aanvaard.

In de wet staat: ‘hij die onherroepelijk is veroordeeld wegens een opzettelijk tegen de erflater gepleegd misdrijf is onwaardig om uit een nalatenschap voordeel te trekken’. De moord op een echtgenoot is een misdrijf en dus kan diegene die zijn of haar huwelijkspartner vermoordt niet erven uit de nalatenschap van de huwelijkspartner.

Ook het om het leven brengen van de ouder(s) heeft tot gevolg dat een kind niet kan erven van zijn/haar ouder(s). Maar zelfs diefstal wordt juridisch al gekwalificeerd als een misdrijf. Stel dat een kind geld steelt van zijn ouder die later komt te overlijden en dat kind voor die diefstal zou zijn veroordeeld, dan betekent dat dit kind onwaardig is om van die ouder te erven en dus ook geen recht heeft op de legitieme portie. In zo’n geval is het onterven van een kind dus volledig onterven. Een onwaardige erfgenaam krijgt helemaal niets uit de nalatenschap.

Een erfgenaam heeft ten aanzien van een nalatenschap drie keuzes:

  • hij aanvaardt de nalatenschap zuiver;
  • hij aanvaardt de nalatenschap beneficiair, dat wil zeggen onder het voorrecht van een boedelbeschrijving;
  • hij verwerpt de nalatenschap.


Een erfgenaam kan op drie verschillende manieren een keuze uitbrengen, namelijk:

  • door het afleggen van een schriftelijke verklaring;
  • door feitelijk handelen;
  • door niets te doen.

Een eenmaal gemaakte keuze kan niet meer worden teruggedraaid. Hiervoor geldt slechts één uitzondering, namelijk wanneer sprake is van schulden in de nalatenschap waarvan de erfgenamen echt niet op de hoogte konden zijn. Een erflater kan zijn erfgenamen niet in hun keuze beperken. Een erfgenaam kan pas na het overlijden van de erflater een beslissing nemen.

Het afleggen van een schriftelijke verklaring moet worden gedaan bij de griffie van de rechtbank van het sterfhuis (dat is de laatste woonplaats) van de erflater. De verklaring wordt in het boedelregister ingeschreven. Het boedelregister wordt bijgehouden door de rechtbank en is voor iedereen toegankelijk.

Een erfgenaam die zich ondubbelzinnig en zonder voorbehoud als een zuiver aanvaard hebbende erfgenaam gedraagt, aanvaardt daardoor de nalatenschap zuiver, tenzij hij zijn keuze al eerder heeft gedaan. Volgens de rechtspraak is dit bijvoorbeeld het geval als een erfgenaam goederen van de nalatenschap meeneemt, zoals het afgeven van inboedel aan een kringloopwinkel of het opnemen van geld van de bankrekening van erflater. Het gaat hierbij om feitelijke handelingen, die onder omstandigheden dus tot een zuivere aanvaarding van een nalatenschap kunnen leiden.

Niets doen kan leiden tot zuivere aanvaarding of tot beneficiaire aanvaarding, maar nooit tot het verwerpen van de nalatenschap. Doet een erfgenaam niets, dan wordt hij geacht de nalatenschap zuiver te hebben aanvaard als de kantonrechter hem een termijn heeft gesteld op verzoek van een belanghebbende én die erfgenaam binnen die termijn geen beslissing neemt. Doet een erfgenaam niets, maar hebben een of meerdere andere erfgenamen de nalatenschap middels een verklaring beneficiair aanvaard, dan wordt die erfgenaam geacht de nalatenschap eveneens beneficiair te hebben aanvaard, tenzij hij alsnog binnen drie maanden nadat hij bekend werd met de beneficiaire aanvaarding de nalatenschap zuiver aanvaardt of verwerpt. In zo’n geval dient voor zuivere aanvaarding een schriftelijke verklaring te worden afgelegd bij de griffie van de rechtbank. Er kan dan niet zuiver worden aanvaard door feitelijk handelen.

Voor minderjarige erfgenamen geldt een bijzondere regeling. In de wet is vastgelegd dat een wettelijke vertegenwoordiger voor een minderjarige niet zuiver kan aanvaarden en dat voor de verwerping van de nalatenschap een machtiging van de kantonrechter nodig is. De wettelijke vertegenwoordiger van een minderjarige moet binnen drie maanden nadat aan de minderjarige een nalatenschap is toegekomen een verklaring van beneficiaire aanvaarding of van verwerping afleggen. Als binnen die termijn van drie maanden door de wettelijke vertegenwoordiger geen keuze is gemaakt, dan geldt de nalatenschap door de minderjarige erfgenaam als zijnde beneficiair aanvaard.

Sinds 2003 is in de wet geregeld dat in het geval een overledene (een erflater/erflaatster) een echtgenoot en één of meer kinderen als erfgenaam achterlaat, de nalatenschap zo wordt verdeeld dat de echtgenoot van rechtswege de goederen van de nalatenschap verkrijgt onder de verplichting om ook de schulden van de nalatenschap voor zijn/haar rekening te nemen. Met andere woorden, de tegoeden en de schulden van de nalatenschap van de erflater gaan automatisch over naar de langstlevende echtgenoot. De kinderen krijgen een geldvordering op de langstlevende echtgenoot, die slechts onder bepaalde omstandigheden opeisbaar is. Op deze manier kan de langstlevende echtgenoot vrij beschikken over het gehele vermogen en ongestoord verder leven. De kinderen kunnen hun erfdeel voorlopig nog niet opeisen.

De erflater kan via een testament ook bepalen dat de wettelijke verdeling buiten toepassing blijft. In de praktijk gebeurt dat niet zo vaak. De erflater kan bij testament ook een aantal aanpassingen vastleggen die moeten gelden voor de wettelijke verdeling. Zo kan de erflater:

  • de opeisbaarheidsgronden van de vordering van de kinderen uitbreiden;
  • de hoogte van de rente op de vorderingen van de kinderen wijzigen;
  • een stiefkind als een eigen kind in de wettelijke verdeling betrekken;
  • een afwijkende regeling vastleggen voor wat betreft de wilsrechten;
  • een afwijkende regeling treffen voor wat betreft de toerekening van de betaling van de langstlevende echtgenoot aan de kinderen (het toerekenen aan de vordering zelf of aan de rente).

Er kunnen talloze redenen zijn om een kind te willen onterven. Dat kan en dat mag. Maar, onterfd of niet, kinderen hebben nog steeds recht op een deel van de nalatenschap van hun ouder: de legitieme portie. Simpelweg gezegd bedraagt de legitieme portie de helft van het erfdeel dat het onterfde kind zou hebben ontvangen indien het kind niet zou zijn onterfd.

Dus stel dat vader overlijdt in een gezin met twee kinderen, dan is de legitieme portie de helft van een derde deel (want ook moeder telt mee als erfgenaam) van de nalatenschap. Niet alleen belangrijk is de waarde van de nalatenschap van vader op het moment van zijn overlijden. Bij de berekening van de legitieme portie tellen ook eerdere giften mee. Stel dat vader zijn zoon zou hebben onterfd en tijdens zijn leven een bedrag van € 10.000 zou hebben geschonken aan zijn dochter, dan wordt de legitieme portie op basis van het totaal berekend. Het gaat er dan ook niet alleen om wat er in de nalatenschap zit op het moment van overlijden, maar ook wat er in had kunnen zitten.

Let wel, het onterfde kind krijgt de legitieme portie niet automatisch. Binnen vijf jaar na het overlijden van vader of moeder moet het onterfde kind uitdrukkelijk aanspraak maken op de legitieme portie. Dat kan eenvoudig door het versturen van een brief of een e-mail. In verband met het bewijs van die claim is het verstandig om die brief aangetekend te versturen. Aan die termijn van vijf jaar wordt strikt de hand gehouden.

Eén dag te laat en de aanspraak gaat verloren. Niet weten dat vader of moeder is overleden is geen excuus. De erfgenamen, in de meeste gevallen zijn dat de overige kinderen en eventueel de langstlevende ouder (als deze er nog is), zijn niet verplicht om het onterfde kind te wijzen op de mogelijkheid van het inroepen van de legitieme portie.

Het zuiver aanvaarden van een nalatenschap betekent dat een erfgenaam zonder enig voorbehoud zijn aandeel in de nalatenschap aanvaard. De belangrijkste gevolgen van het zuiver aanvaarden van een nalatenschap zijn dat:

  • de erfgenaam recht heeft op (zijn aandeel in) de goederen van de nalatenschap;
  • de erfgenaam verplicht is (zijn aandeel in) de schulden van de nalatenschap te voldoen;
  • schuldeisers van de nalatenschap zich ook op het eigen vermogen van de erfgenaam kunnen verhalen.

Het is daarom van belang dat iedere erfgenaam zich goed laat infomeren over de keuzes die er zijn en welke gevolgen die keuzes met zich mee kunnen brengen. Een eenmaal gemaakte keuze kan niet worden teruggedraaid.

Een erflater kan in zijn testament een of meerdere executeurs benoemen. Diegene die tot executeur is benoemd, is niet verplicht om die taak te aanvaarden. Het zou best zo kunnen zijn dat diegene zich niet geroepen voelt om die verantwoordelijke taak op zich te nemen of daartoe misschien niet in de gelegenheid is. Het executeurschap ontstaat pas na aanvaarding van de benoeming. De aanvaarding is vormvrij, dat wil zeggen dat dit niet op een door de wet voorgeschreven manier hoeft te worden vastgelegd.

In de wet staat dat een executeur tot taak heeft om de nalatenschap te beheren en de schulden uit de nalatenschap te voldoen, die tijdens zijn beheer uit die goederen moeten worden voldaan. In de wet is ook vastgelegd dat een executeur privatief bevoegd is om de nalatenschap te beheren. Dat is een belangrijk gegeven, want dat betekent dat de executeur met uitsluiting van de (andere) erfgenamen bevoegd is. De (andere) erfgenamen kunnen dus niets ondernemen zolang de executeur het beheer over de nalatenschap heeft.

De executeur heeft ten opzichte van de erfgenamen een aantal concrete verplichtingen zoals:

  • het opmaken van een boedelbeschrijving;
  • het oproepen van de bekende schuldeisers;
  • het voorzien van informatie;
  • het afleggen van rekening en verantwoording aan het einde van het beheer aan de erfgenamen.

Wanneer een nalatenschap als afgewikkeld kan worden beschouwd, hangt af van de taken die de erflater de executeur heeft gegeven. Dat is niet altijd een duidelijk moment en dat leidt dan ook vaak tot discussie tussen een executeur en de (overige) erfgenamen. Het kan overigens best zo zijn dat de executeur tevens erfgenaam is. In de praktijk zorgt dat regelmatig voor wrijving, omdat de executeur - vanwege de uitoefening van de functie - in een bijzondere positie verkeert ten opzichte van de overige erfgenamen.

Een verklaring van erfrecht is een notariële akte waarin een notaris een of meer van de volgende feiten vermeldt:

  • wie de erfgenamen zijn in een nalatenschap, met vermelding of zij de nalatenschap al hebben aanvaard of verworpen;
  • of er een executeur, bewindvoerder of vereffenaar is aangewezen;
  • of de nalatenschap is verdeeld op grond van de zogenaamde wettelijke verdeling (volgens artikel 4:13 BW);
  • indien van toepassing, dat het beheer van de nalatenschap aan een executeur, bewindvoerder of vereffenaar is opgedragen, met de vermelding van hun bevoegdheden;
  • indien van toepassing, dat aan de echtgenoot van de erflater het vruchtgebruik van bepaalde goederen van de nalatenschap toekomt.

De in de verklaring van erfrecht vermelde feiten hebben betrekking op de situatie na het overlijden van erflater (de overledene). Het zou dus ook zo kunnen zijn dat de inhoud van een verklaring van erfrecht is achterhaald doordat er iets is veranderd, bijvoorbeeld omdat er een vereffenaar is benoemd door een rechtbank. Indien in een verklaring van erfrecht alleen wordt vermeld wie de executeur in een nalatenschap is, wordt die verklaring ook wel een verklaring van executele genoemd.

Erfgenamen laten een notaris vaak een verklaring van erfrecht afgeven, omdat daaruit blijkt wie de nalatenschap mag beheren of daarover mag beschikken. Vaak is een verklaring van erfrecht nodig, omdat een bank of verzekeringsmaatschappij daar naar vraagt.

faq veelgestelde vragen

Staat je vraag hier niet bij? Neem contact op, we helpen je graag verder.

Scroll naar boven

Bedankt voor het invullen van het formulier

Wij nemen snel contact met je op.
Uiteraard worden jouw gegevens vertrouwelijk behandeld.

Hartelijke groet,

Linda Küppers & Sanne Odekerke