Het oorspronkelijke voorstel om tot herziening van partneralimentatie over te gaan is ingediend op 19 juni 2015. De initiatiefnemers wilden dat partneralimentatie eerlijker, simpeler en korter zou worden. De grondslag voor partneralimentatie, namelijk de losverbondenheid blijft bestaan. De rekenwijze voor de alimentatie wordt niet gewijzigd.
Een belangrijke verandering die wordt genoemd is de verkorting van de duur van de partneralimentatie. In de kern komt het er op neer dat de maximale termijn van partneralimentatie wordt verlaagd van 12 naar 5 jaar. Er zijn echter wel uitzonderingen op deze hoofdregel. Bij langdurige huwelijken waarbij de alimentatiegerechtigde 10 jaar jonger is dan de toepasselijke AOW leeftijd kan de partneralimentatie maximaal 10 jaar duren, terwijl voor partneralimentatie gerechtigden met de zorg voor jonge kinderen de maximale termijn van 12 jaar.
De achterliggende gedachte van de initiatiefnemers van dit wetsvoorstel is gelegen in het feit dat men een periode van 5 jaar voldoende acht om voorbereidingen te treffen om weer aan het arbeidsproces deel te nemen. In dit wetsvoorstel is geen overgangsregeling opgenomen. Dit houdt in dat in oude gevallen er geen terugwerkende kracht van toepassing is indien de echtscheiding is uitgesproken en een alimentatie is vastgelegd.
Het wetsvoorstel is alleen van toepassing op verzoeken tot echtscheiding na inwerkingtreding van de nieuwe wet, waarbij wordt beoogd de wet in werking te laten treden op 1 januari 2020. Dit wetsvoorstel is inmiddels door de Tweede Kamer aangenomen. Dinsdag 14 mei 2019 behandelde de Eerste Kamer het wetsvoorstel. Op 21 mei 2019 wordt over dit voorstel gestemd. Als zij het wetsvoorstel ook aannemen, dan zal de wet naar alle waarschijnlijkheid op 1 januari 2020 in werking treden.