Na een jarenlange juridische strijd tussen Belgische oud-koning Albert II en Delphine Boël, is er eindelijk zekerheid: de prins is de biologische vader van Delphine. Pas nadat Delphine via de rechter een DNA-onderzoek heeft kunnen afdwingen en de uitkomst daarvan bekend was, heeft prins Albert II zijn biologische vaderschap bevestigd.
Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap
In Nederland kennen we ook de mogelijkheid om het vaderschap gerechtelijk te laten vaststellen. Zo’n verzoek kan bij de rechtbank worden ingediend door het kind (of door de moeder van een minderjarig kind). Als het vaderschap door de rechter is vastgesteld, dan wordt het vaderschap in de registers van de burgerlijke stand geregistreerd. Die weg kan worden bewandeld als de biologische vader niet op vrijwillige basis tot erkenning van zijn kind wil overgaan.
Juridische gevolgen
Het gerechtelijk vaststellen van het vaderschap heeft meerdere gevolgen. Er ontstaat niet alleen een onderhoudsverplichting van de vader richting zijn minderjarige of jong-meerderjarige kind, hetgeen vaak een reden is voor de moeder van het kind om het vaderschap gerechtelijk te laten vaststellen. Omdat er dan een juridische verwantschap ontstaat, betekent dit dat het kind als afstammeling ook automatisch een wettelijk erfgenaam is van de vader. Zo zal Delphine dus een mede-erfgenaam in de toekomstige nalatenschap van prins Albert kunnen zijn.
Uitsluiten van een erfgenaam
Maar, en daar komt de tenzij… een ouder kan ervoor kiezen om een kind als erfgenaam uit te sluiten van zijn nalatenschap. Het onterven kan expliciet geregeld worden door in een testament op te nemen dat de ouder het kind uitsluit als één van zijn wettelijke erfgenamen. Het kan ook impliciet gebeuren door specifiek in het testament te benoemen wie hij als erfgenamen van zijn nalatenschap aanwijst; alle andere personen zijn daarmee uitgesloten. In beide gevallen is de uitkomst hetzelfde.
Legitieme portie
Vervolgens komt de tweede ‘maar’ in beeld. In Nederland heeft een kind altijd recht op de legitieme portie. Dus ook al is een kind onterfd, dan nog heeft het kind recht op een minimaal deel van de nalatenschap van zijn juridische ouder. Die legitieme portie is de helft van het wettelijk erfdeel van een kind. De legitieme portie krijgt een onterfd kind niet automatisch. Het kind moet zelf actie ondernemen en binnen 5 jaar na het overlijden van de ouder aanspraak maken op zijn legitimaire vordering. De vordering moet worden ingediend bij de erfgenamen, of bij de executeur van de nalatenschap als deze is aangesteld.
De zaak van de notaris
De procedure van Delphine doet me overigens denken aan een procedure die zich jaren geleden in Nederland afspeelde. Dat ging over een notaris die een zoon had verwekt, maar hem niet had erkend. Zelf was de notaris nooit getrouwd en hij had ook geen andere kinderen gekregen. Zijn neef was zijn wettelijk erfgenaam en kreeg de beschikking over de nalatenschap van de notaris. Pas na het overlijden van de notaris meldde de zoon zich bij de neef en vorderde de nalatenschap. Via een DNA-onderzoek kon worden vastgesteld dat de man inderdaad de biologische zoon van de notaris was.
Dat onderzoek kon worden verricht omdat er nog een envelop beschikbaar was behorende bij een brief die de notaris ooit aan de moeder van de zoon had gestuurd. Uit de likranden van die envelop kon DNA worden gehaald en zo kon het verwantschap worden vastgesteld. De neef moest vervolgens al het geërfde vermogen aan de zoon overdragen, omdat de notaris geen testament had achtergelaten en de zoon op grond van de wettelijke erfopvolging de enige erfgenaam was. Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap werkt namelijk terug tot aan de geboorte van het kind. Je zou toch denken dat een notaris zijn zaakjes beter zou regelen…
Mocht u meer willen weten over het gerechtelijk vaststellen van het vaderschap, het opeisen van de legitieme portie, of welke vraag dan ook op het gebied van familierecht of erfrecht, dan bent u altijd welkom voor een vrijblijvend adviesgesprek.